Taal

Het gaat om het kennen van de betekenis van de volgende woorden.

De woordenschatwoorden uit thema 1 (strips) zijn:

accentueren
de animatie
de cartoon
de context
creëren
cursief
gedetailleerd
de dialoog
de gezichtsuitdrukking
grafisch
de identiteit
illustreren
het lettertype
samenhangen
de stijl
de strekking
symboliseren
treffend
verfijnen
weergeven